Ouder worden gaat vaak gepaard met het verminderen van souplesse, uithoudingsvermogen, evenwicht en soms zelfredzaamheid. Iemand die ouder wordt, is geneigd minder te bewegen omdat de totale energie wat minder wordt of omdat bewegen minder makkelijk gaat dan voorheen.
Daarnaast kunnen klachten ontstaan die vaak voorkomen bij ouderen, bijvoorbeeld: reuma, artrose, hart- en vaatproblemen, diabetes (suikerziekte), botontkalking of de ziekte van Parkinson. Wanneer u minder gaat bewegen, kunnen de klachten toenemen. Of andersom gezegd: wanneer u in beweging blijft, kunt u klachten voorkomen en/of verminderen, zodat u niet in een vicieuze cirkel terecht komt.